In 2010 publiceerde Walter Pall op zijn blog een artikel over het verzorgen van bonsai, meer bepaald over de samenstelling van een gepast grondmengsel, het bemesten en water geven.
Alles begon met de vraag over het correct bemesten van coniferen. Een simpel en kort antwoord op deze vraag leidt tot misverstanden en tot dode bomen omdat samenstelling van een grondmengsel, watergift en bemesting niet van elkaar kunnen losgekoppeld worden. Of het nu gaat over loofbomen, naaldbomen, jonge bomen, oude bomen, pas verpot of niet, ... in een bonsaituin kom je zoveel diversiteit tegen dat één regel meegeven niet voor de hand ligt. Mijn methode is de volgende:
Alle verschenen bonsailiteratuur leg ik naast me neer. We leven in een tijd dat technologie snel verandert zodat we toegang krijgen tot nieuwere en doeltreffendere methoden en producten. Hierdoor is de zorg voor onze bomen verder geëvolueerd dan de grenzen van de traditie. Te lang stilstaan bij traditionele methoden, ook al zijn die met succes toegepast, kan gevaarlijk zijn als deze gecombineerd worden met moderne middelen.
Grondmengsels
Een goed substraat:
- moet van gelijke deeltjesgrootte zijn;
- moet goed absorberen en tevens vocht terug geven;
- mag geen organisch materiaal materiaal bevatten (hoe klein ook);
- mag niet gemakkelijk afbreken;
- moet licht zijn als het droog is;
- is bij voorkeur goedkoop;
- oogt mooi.
Substraten die aan deze eigenschappen voldoen: lava, puimsteen, gebakken klei, turf, zeoliet, chabasai (soort zeoliet), kokos, schors, piepschuim (!!!), ... Niet alle van deze materialen zullen in je eigen regio beschikbaar zijn.
Betwistbaar is het alom tegenwoordige akadama omdat het, vooral bij blootstelling aan vorst, onvermijdelijk uit elkaar valt. Tevens kan het leemachtig worden zodat de doorstroming van water en lucht in het gedrang komen en dit voor de boom verstikkend werkt. Bomen die niet zo vaak verpot worden (oude bomen en yamadori coniferen) hebben geen voordeel bij het gebruik van akadama.
Substraten die zeker niet bruikbaar zijn: aarde, compost, stenen, zand, ... Bomen groeien wel in zand en potgrond maar op lange termijn komt het gebruik ervan je boom niet ten goede.
Alle substraten kunnen indien nodig gemengd, gerecycleerd, gereinigd worden. Noodzakelijk is dan wel alles grondig te reinigen en ziften.
Het "ideale bonsaisubstraat" bestaat niet. Er zijn duizenden ideale grondmengsels. Het doet er ook niet toe welk substraat of mengsel iemand gebruikt. Belangrijk is wel dat het een "modern" substraat is.
Moderne substraten zijn weinig voedzaam door de afwezigheid van "grond". Ze drogen gemakkelijk uit en daarom is het ook nodig om tijdens warme dagen meerdere malen per dag water te geven, zeker als je enkel anorganische stoffen gebruikt. Ikzelf voeg ruwe turf toe als aanvulling bij bovenvermelde grondsoorten.
Ruwe turf wordt in zijn natuurlijke, grove vorm geoogst in moerassen. Gebruik van te fijn turf/sphagnum is af te raden door de aanwezigheid van fijne stofdeeltjes in deze materialen. Vind je het juiste type turf niet, zijn kleine stukjes schors zonder stofdeeltjes of versneden kokosvezels een alternatief. De toevoeging van deze componenten bestaat uit 15-20% van het totale volume. Bij naaldbomen, olijven, ... voeg je iets minder toe, azalea's en kleinere bomen vragen dan weer iets meer. Toevoeging van organische materialen komt niet alleen de vochtigheid en luchtigheid van het mengsel ten goede maar ze bevorderen tevens het micro-bacterieel leven in de bodem. Onderzoek wijst ook aan dat veenmossen plantaardige hormonen bevatten die het welzijn van de boom bevorderen.
Alle vernoemde organische stoffen hebben een afbraakperiode van ongeveer vijf jaar. Plan dit in in je verpotschema. Bovendien dienen bij eventuele recyclage van je mengsel alle restanten van deze stoffen verwijderd te worden.
Alle vernoemde organische stoffen hebben een afbraakperiode van ongeveer vijf jaar. Plan dit in in je verpotschema. Bovendien dienen bij eventuele recyclage van je mengsel alle restanten van deze stoffen verwijderd te worden.
Watergift
Ongeacht mijn bomen droog staan of niet, van maart tot half oktober hanteer ik een vast schema. Alleen bij zware regenperiodes, winderige dagen en extreme droogtes wordt hiervan afgeweken:
- bij warmte en/of sterke wind, 2 tot 3 maal daags;
- zeer kleine bomen minimum 2 maal per dag.
Alle bomen krijgen op dezelfde, grondige manier water. Individuele watergift is niet nodig wanneer je bomen in een consistent en goed drainerend substraat staan. Het maakt ook niet uit wat voor soort water er gegeven wordt. Kraantjeswater, hoe hard ook, is geschikt voor alle planten. Azalea's inbegrepen. De streek waarin ik woon, heeft het hardste water van Europa.
Het water wordt agressief toegediend dwz met de tuinslang op volle kracht. De ganse boom wordt elke dag van top tot bodem heel nat gemaakt. Door het gebruik van de juiste substraten is "overwatering" niet mogelijk. Het overtollige vocht verdwijnt door de drainagegaten.
Veel bomen sterven echter door gebruik van gemengde technieken zoals modern substraat en traditionele watergift (te weinig water).
Voeding
Indien het gepaste substraat en het agressief water geven aanwezig zijn, kan elke meststof die gebruikt wordt voor gewone planten ook dienst doen voor onze bonsai.
In een meststof dient veel stikstof aanwezig te zijn. Alleen stikstof doet planten groeien. Zelf gebruik ik vloeibare meststof uit de supermarkt. Daarnaast gebruik ik korrelige meststoffen die chemische en organische bestanddelen bevatten.
Begin mei en eind augustus krijgen de bomen kippenmest. Alle bomen krijgen dezelfde meststoffen. Het resultaat is bekend.
Bemesten is investeren in je bomen. Zelf bemest ik 20 tot 60 keer meer dan de gemiddelde bonsaikweker. Vanaf het begin van april tot midden oktober, worden alle bomen, zonder enige uitzondering, om de tien dagen voorzien van vloeibare meststoffen.
Aziatische meststof cakes zijn prima, maar overbodig in onze cultuur. We eten ook geen biefstuk met chop-sticks. Biogold werd gemaakt om te gebruiken met moderne substraten als akadama. Dit werkt uitstekend. Als ik het gebruik, maal ik het fijn en gooi het op het grondmengsel zodat het onzichtbaar wordt. Door agressief water te geven zou het overtollige zout verdwijnen.
Een tiental jaren geleden werd de term 'super bemesten' in leven geroepen. De techniek stierf een stille dood omdat vele bomen de behandeling niet overleefden. Mijn wijze van handelen is gelijkaardig alleen gaan agressieve voeding samen met agressieve watergift en gebruik van moderne substraten. Het één kan niet zonder het andere.
Samenvatting
Terugkomend op de vraag:"Hoe bemest je coniferen?". Het antwoord is nu eenvoudig geworden:"Zoals alle andere bomen."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten